KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS EN DE EVALUATIEPRAKTIJKEN VAN DE LEERKRACHTEN

Dit boek analyseert de verwarring die in de onderwijspraktijk bestaat over de betekenis van de termen standaard, prestatie- en prestatie-indicatoren, de theoretische inconsistentie van sommige pedagogische, didactische en methodologische benaderingen en het gebrek aan wetenschappelijke criteria van docenten en ambtenaren om het micro-curriculum te selecteren, uit te werken of te ontwikkelen. Er wordt een didactische structuur gepresenteerd voor het ontwerp van het curriculum, het coëxistentiehandboek en het institutionele onderwijsproject. Er wordt in detail uitgelegd hoe cognitieve prestaties, procedurele prestaties en attitudinale prestaties kunnen worden geformuleerd, evenals hoe instructieve prestaties, onderwijsprestaties en opleidingsprestaties kunnen worden geformuleerd.Tot slot legt het uit wat een klas is, presenteert het een model voor het klassenbrood en voor het vakkenprogramma, geeft het de indicatoren aan waarmee leraren rekening moeten houden om kwaliteitsklassen voor te bereiden en te ontwikkelen, de eisen van de hedendaagse klas, de budgetten van de moderne klas, de indicatoren van de klasse van uitmuntendheid, de structuur van het klassenplan en de aspecten die niet over het hoofd mogen worden gezien bij de ontwikkeling van de klas.